Ik ben weer bloid 

Ik had een toid niet boister veul zin 

Wat ik bouwd had stortte weer in 

Dat noem ik nou me donkere toid 

Die is over; ik ben weer bloid 

Ik ben weer bloid, ik ben weer bloid 

Niks gien nacht meer of narighoid 

Soms ‘r ‘s een wolk, maar de zon skoint altoid 

Neem een borrel. Ik ben weer bloid. 

  

  

Soms leek ‘t nacht want ik had gien zicht 

maar ik had me oge toen dicht 

Nou ben ik meest de weg nooit meer kwoit 

Oge ope; ik ben weer bloid 

  

  

Ik gaan de kroeg nag welderes in 

Ik kort op toid me padje weer in 

Of ik allien gaan of met een moid 

Maakt niet uit want ik ben weer bloid 

maakt niet uit want ik ben weer bloid